Frank van Meel, CEO van BMW M, verwijst naar de complexiteit van de markt en de emissievoorschriften als redenen om hun producten te diversifiëren.
De merken hebben al aangetoond dat emissievrije technologie de prestaties naar een geheel nieuw niveau kan tillen, en de fabrikanten scherpen hun strategieën aan om deze technologie in hun elektrische sportwagens te integreren. Bij BMW zijn ze er bijzonder duidelijk over: de toekomst van hun M-modellen ligt in elektrificatie, en daarom bereiden ze de weg voor om hun sportwagens van de volgende generatie volledig op deze verandering in te stellen.
In dit kader heeft TopGear met Frank van Meel, CEO van BMW M, gesproken over verschillende belangrijke aspecten: van de ontwikkeling van de toekomstige elektrische BMW M3, die al vorm begint te krijgen, tot de uitdagingen die het met zich meebrengt om een sportdivisie te leiden die midden in een technologische transformatie zit.
De elektrische BMW M3 komt eraan
Het is een publiek geheim dat nu bevestigd is: BMW ontwikkelt zijn eerste volledig elektrische M. Deze zal gebaseerd zijn op de M3, die op zijn beurt weer is afgeleid van de nieuwe BMW i3 van de Neue Klasse. Het Duitse merk is zich ervan bewust dat nog niet iedereen emissievrije modellen wil, vooral niet op het gebied van hoge prestaties, en heeft daarom gekozen voor een tweeledige aanpak: de elektrische M3 zal naast de thermische M3 blijven bestaan. Beide sportwagens hebben zelfs hetzelfde ontwikkelingsteam.
“We zijn een heel klein bedrijf, dus we kunnen geen twee aparte afdelingen hebben. Daar zijn we te klein voor. Daarom hebben we ontwikkelingsgroepen zoals Chassis Engineering en Vehicle Dynamics: dezelfde mensen werken aan beide auto’s. Natuurlijk is er een zekere scheiding tussen de transmissieteams, maar de verantwoordelijke voor de elektrificatie is ook betrokken bij de EU7-verbrandingsmotor”, zegt hij.
De manager erkent dat de komst van een elektrische M3 enige controverse zal veroorzaken, maar verzekert dat het juist deze versie is die de meeste belangstelling wekt: “Het grappige is dat als je kijkt naar de leveranciers, bijvoorbeeld op de Nürburgring, je een beetje kunt horen wat ze wel en niet leuk vinden. Iedereen wil in de elektrische auto rijden, omdat ze zeggen: ‘Dit is te gek!’”.
De moeilijkheid om een divisie als BMW M te leiden
Op de vraag hoe het mogelijk is om aan alle eisen te voldoen – doelstellingen, verwachtingen van fans, eisen van aandeelhouders, enz. – en of dit steeds moeilijker wordt, antwoordt hij eerlijk: “Eigenlijk niet. Voor mij is het net als bij het racen: de balans tussen prestaties verandert voortdurend. Als je daar eenmaal aan gewend bent, moet je gewoon anticiperen.”
“Wat zou je doen als iemand je zou straffen met meer gewicht in de auto, of met minder vermogen, of met een andere aerodynamica? Hetzelfde geldt voor regelgeving. Wat als de wereld een bepaalde richting opgaat? Wat zou je technologische antwoord zijn? Ik vind dat erg interessant, omdat ik denk dat dat op dit moment de grootste uitdaging is voor elke CEO: uitzoeken hoe je je kunt voorbereiden op een zeer onzekere situatie en hoe je kunt reageren op mogelijke veranderingen in de vraag. Maar als je wacht tot er iets verandert, is het te laat, want het duurt minstens vier jaar om producten klaar te hebben”, legt hij uit.
Dat aanpassingsvermogen wordt steeds belangrijker, vooral in complexe markten zoals die in Europa, waar emissievoorschriften de geleidelijke introductie van elektrische auto’s verplicht stellen.
“De wereld verandert razendsnel en elk land is anders. Als we naar Europa kijken, zien we dat het verdeeld is in noord, zuid, oost en west. In de Scandinavische landen is volgens mij 90 % van de voertuigen al elektrisch, terwijl in de oostelijke landen de trend neigt naar V8-motoren“, zegt hij.
”In het Verenigd Koninkrijk geldt een streng beleid inzake CO₂-emissies. In Nederland worden emissies bestraft: voor een M2 betaalt men dit jaar 70.000 euro aan emissiebelasting gedurende drie jaar. Volgend jaar wordt dat 80.000 euro en het jaar daarna 90.000 euro… plus een belasting op basis van het gewicht. Daarom is het noodzakelijk om een gediversifieerde portefeuille te hebben. En dat is momenteel onze belangrijkste inspanning: dat als een land zijn regelgeving inzake CO₂-uitstoot wijzigt, we ons snel kunnen aanpassen aan de nieuwe eisen”, concludeert hij.
