Niet 28, niet 30: hoeveel luchtdruk moeten autobanden hebben om veilig te kunnen rijden

Nu de kerstperiode steeds dichterbij komt, maken duizenden automobilisten hun auto klaar voor lange ritten. Een van de belangrijkste aspecten om rekening mee te houden is echter de bandenspanning.

Het handhaven van de juiste bandenspanning zorgt niet alleen voor een veiligere rit, maar ook voor betere prestaties en een lager brandstofverbruik.

De ideale bandenspanning is afhankelijk van het model

Niet alle auto’s hebben dezelfde bandenspanning nodig. Elke fabrikant geeft in de handleiding van het voertuig de aanbevolen bandenspanning aan, meestal uitgedrukt in pond per vierkante inch (psi) of in bar.

Deze informatie is ook te vinden op een label op het frame van het bestuurdersportier of in de tankdop.

Het negeren van deze waarden kan de stabiliteit van het voertuig beïnvloeden en de slijtage van het rubber van het loopvlak versnellen. Daarom is het raadzaam om, voordat u de weg op gaat, de bandenspanning te controleren en aan te passen volgens de specificaties van de fabrikant.

Op de weg is iets meer lucht aan te raden

Rijden op de weg slijt de banden en deze moeten worden gecontroleerd.

Wanneer u meerdere uren met een auto vol bagage en passagiers rijdt, worden de banden zwaarder belast.

In dergelijke gevallen adviseren specialisten oméén of twee psi boven de aangegeven waarde voor de stad te rijden, wat helpt om de vorm van de band te behouden en de reactie op de voortdurende wrijving van het hete asfalt te verbeteren.

Over het algemeen kan een middelgrote auto goed functioneren met een druk van32 tot 33 psi tijdens lange ritten. Deze kleine aanpassing verbetert de stabiliteit en vermindert het risico op oververhitting van de wielen.

Altijd in koude toestand meten

Een veelgemaakte fout onder automobilisten is het controleren van de bandenspanning nadat ze enkele kilometers hebben gereden. Door wrijving stijgt de temperatuur van de lucht in de band.

Daarom moet de bandenspanning altijd in koude toestand worden gemeten, idealiter voordat u de auto start of na enkele uren stilstand. Op deze manier is de afstelling nauwkeuriger en wordt onjuiste spanning voorkomen.

Rijden met de juiste bandenspanning heeft een directe invloed op de veiligheid van de rit. Een band met een te lage spanning verlengt de remweg, vermindert de stabiliteit in bochten en verhoogt het brandstofverbruik. Een juiste bandenspanning zorgt daarentegen voor een betere grip, gelijkmatige slijtage en een voorspelbaardere controle over het voertuig.

Bovendien kan het in optimale conditie houden van de banden het brandstofverbruik met wel 3% verminderen, volgens gegevens van fabrikanten en verkeersveiligheidsinstanties.

Wanneer moeten de banden worden vervangen?

Een automonteur vervangt de banden van een auto.

De levensduur van banden is zowel afhankelijk van het gebruik als van de tijd. Gemiddeld moeten zeelke 60.000 kilometerof tussen 5 en 10 jaar na de productiedatum worden vervangen, zelfs als het profiel in goede staat lijkt te zijn.

Door slijtage van het rubber in de loop der jaren neemt de grip af, vooral op nat wegdek. De wettelijke minimale profieldiepte is 1,6 millimeter, maar veel deskundigen adviseren om de banden te vervangen voordat dat punt wordt bereikt, om veilig rijden te garanderen.

Voordat u de weg op gaat, kost het controleren van de bandenspanning slechts enkele minuten, maar het kan ongelukken voorkomen en de rijervaring aanzienlijk verbeteren.

Een juiste bandenspanning beschermt niet alleen de bestuurder en de passagiers, maar verlengt ook de levensduur van het voertuig.