Terwijl het segment van de traditionele sedans steeds kleiner wordt, zet Skoda door met een nieuwe generatie Superb, die nog steeds even ruim en praktisch is. De versie van 2025 is geen revolutie in zijn soort, maar bouwt voort op wat altijd al zijn succes heeft bepaald: een sedan zonder de hoge prijskaartjes van de premium merken.
Achter een strakkere stijl en een gemoderniseerd interieur speelt deze Superb de kaart van het intelligente compromis. Uitgerust met een micro-hybride benzinemotor van 150 pk, is hij bedoeld voor wie elektrisch rijden afwijst, maar de CO₂-malus wil vermijden. Door hem rechtstreeks te vergelijken met een BMW 5-reeks, neemt Skoda zijn rol als outsider op zich, op zoek naar gezond verstand in plaats van imago.
De vraag is of dit aanbod nog steeds een plaats heeft, waar SUV’s en verplichte elektrificatie de situatie hebben veranderd.
Een echte grote auto met een pragmatische inslag

Met een lengte van 4,91 m speelt de Superb in de klasse van de grote auto’s. En dat doet hij zonder te overdrijven op het gebied van sportiviteit of luxe: zijn stijl blijft sober, zijn lijnen strak maar discreet, in lijn met wat Skoda sinds de eerste generatie onder de knie heeft. Deze soberheid staat in schril contrast met de toenemende uitbundigheid van sommige concurrenten en past in een logica van efficiëntie boven visuele aantrekkingskracht.
Onder de motorkap lijkt de keuze voor een 1.5 eTSI-benzinemotor met mild hybridesysteem (MHEV) misschien bescheiden, zeker in vergelijking met de krachtigere motoren van de premium concurrentie. Maar deze 4-cilinder turbomotor levert toch 150 pk en 250 Nm koppel, met een 7-traps DSG-transmissie, en belooft een gemiddeld verbruik van 5,2 l/100 km. Bovendien geeft hij recht op het Crit’Air 1-vignet en het nieuwe ECO-label, een niet te verwaarlozen voordeel in de ZFE-zones.
Geen verbluffende prestaties (0 tot 100 km/u in 9,2 s), maar voldoende comfort voor lange ritten, wat de primaire bestemming van dit model blijft.
Een strakkere prijspositionering
De Skoda Superb Berline is verkrijgbaar vanaf 47.020 € incl. btw in de uitvoering Selection, met de 1.5 TSI-motor van 150 pk met mild hybrid (MHEV) en DSG7-versnellingsbak. Een prijs die duidelijk boven de grens van € 45.000 ligt, wat meer is dan een Mégane E-Tech of een 508 Hybrid uit het instapsegment, maar nog steeds ver verwijderd is van de premium sedans.
Voor wie een dynamischer uiterlijk of een luxer interieur wenst, is er de Sportline voor € 53.350, terwijl de Laurin & Klement, een luxueuze en rijk uitgeruste versie, € 55.660 kost. In alle gevallen geldt geen milieubonus en een klassieke belastingregeling: betaalde kentekenkaart, TVS van toepassing voor bedrijven en gewichtsbelasting die moet worden gerelativeerd, aangezien deze MHEV-versie profiteert van een korting van 100 kg.
De vergelijking met een BMW 5-serie blijft veelzeggend: zelfs in de hoogste uitvoering blijft de Superb ongeveer 8.000 tot 10.000 € goedkoper dan een vergelijkbare 520i, terwijl hij standaard uitgebreider is uitgerust. Maar op dit prijsniveau begint het argument van de goede prijs-uitrustingsverhouding de grenzen van het redelijke te overschrijden, vooral ten opzichte van elektrisch aangedreven concurrenten die fiscaal voordeliger zijn.
Royale uitrusting, maar discreet imago

De Superb zet in op zijn uitrusting/prijsverhouding om te overtuigen. Vanaf de Selection-uitvoering zijn er 17 inch lichtmetalen velgen, een verzorgde bekleding, een 10,25 inch digitaal instrumentenpaneel, een groot centraal scherm van 13 inch, draadloze Apple CarPlay/Android Auto-connectiviteit, keyless start, driezone-airconditioning, verwarmbare en in hoogte verstelbare voorstoelen, en een compleet pakket rijhulpsystemen (achteruitrijcamera, radar voor/achter, cruisecontrol…).
Een overtuigend arsenaal, veel beter dan dat van een 5-serie in de basisuitvoering, waar bijna alles via opties moet worden bijbesteld. Maar het prestige, de geluidsisolatie, de afwerking en de algehele verfijning blijven aan de kant van BMW, en dat probeert Skoda niet eens te ontkennen.
Voor dagelijks gebruik, met name in een bedrijfswagenpark of voor veelrijders, blijft de Superb een zeer coherente optie, vooral als het belangrijkste criterium niet het merkimago is, maar de efficiëntie en de gebruikskosten.
Is gezond verstand echte luxe?
Nu het aanbod in het premiumsegment onbetaalbaar is geworden, heeft de Skoda Superb nog steeds een troef in handen. Niet bij mensen die hun succes willen laten zien, maar bij mensen die een technisch gegevensblad kunnen lezen en nadenken over de totale kosten. Met zijn royale binnenruimte, enorme kofferbak, rijke uitrusting, zuinige motor en neutrale belasting (geen malus), is hij een schot in de roos bij zowel wagenparken als verstandige gezinnen.
Misschien mist hij een beetje verlangen, een vleugje karakter. Maar in een autowereld waar stijl vaak voorrang krijgt op rede, doet de Superb goed. En dat is misschien genoeg om hem onmisbaar te maken voor wie gewoon een grote, comfortabele, goed uitgeruste auto zonder overbodige luxe wil.