De evolutie van wasstraten: van een ondergelopen plein tot een miljoenenindustrie
Er was een tijd dat auto’s alleen met de hand werden gewassen, net als een gewone koets. De technieken die toen werden gebruikt, stonden waarschijnlijk ver af van wat we tegenwoordig kennen als detailing. De wegen waren immers bedoeld voor karren, zoals de naam in het Spaans al aangeeft, dus stof en vuil veranderden gemakkelijk in modder, wat waarschijnlijk moeilijk te verwijderen was. Slechte tijden voor het onderhoud van het plaatwerk.
Het zou nog vele jaren duren voordat de huidige wasstraten met hogedrukslangen populair werden, maar al snel werd duidelijk dat er veel vindingrijkheid en veel water nodig was om een auto schoon te krijgen. De Automobile Washbowl in Chicago (Illinois, Verenigde Staten) was niet echt een wasstraat, maar een wasplaats die midden op een ondergelopen plein was geïnstalleerd. Het was het jaar 1924.
Van spierkracht naar geautomatiseerde processen
Het beeld van het ondergelopen plein in Chicago is vandaag de dag beroemd vanwege zijn spectaculaire karakter, maar de geschiedenis van de wasstraten gaat veel verder terug. In 1914 introduceerde de Automobile Laundry in Detroit (Michigan, Verenigde Staten) een nieuwe manier om auto’s te wassen.
Als erfgenaam van het lopende bandwerk dat Henry Ford sinds 1908 populair heeft gemaakt, past de Automobile Laundry, dankzij het initiatief van Oldsmobile, bepaalde Fordistische ideeën toe op het wassen van auto’s. Het meest opvallende idee is om het voertuig te verplaatsen terwijl de werknemers het schoonmaken. De werknemers duwen het voertuig namelijk zelf met hun spierkracht voort.
De volgende grote stap op het gebied van het wassen van voertuigen zien we al in de jaren 1940. Met faciliteiten in gebouwen die meestal aan onderhoudswerkplaatsen voor voertuigen zijn verbonden, worden wasstraten al snel een extra dienst voor de auto.
In 1940 zag Hollywood de eerste halfautomatische wasstraat het levenslicht. Met behulp van een lier werd het voertuig voortbewogen terwijl de werknemers het met de hand wasten.
Al snel werden de eerste machines geïntroduceerd om het vuile werk van het wassen van auto’s te vergemakkelijken. Opvallend aan de eerste halfautomatische wasstraten zijn de grote afmetingen van de elementen die nodig zijn om bepaalde processen, zoals het drogen van voertuigen, te automatiseren. Deze ventilatoren, die in de loop der jaren met motoren tot 50 pk zullen werken, betekenen een ware revolutie in de wereld van de autoreiniging. Op de volgende afbeelding zien we informatie over een wasstraat in Coppell (Texas).
Na de Tweede Wereldoorlog komt de Verenigde Staten naar voren met zijn American way of life, en beginnen tankstations met wasstraten zich over het hele Amerikaanse land te verspreiden. Rond 1946 ontwerpt Thomas Simpson een sproeisysteem om het voertuig te wassen, maar het werk moet nog steeds handmatig worden afgemaakt.
In mei 1947 publiceert het tijdschrift Life een uitgebreide fotoreportage over wat wordt beschouwd als een van de eerste halfautomatische wasstraten: Paul’s Auto Matic Speedy Best Wash, gelegen in Detroit (Michigan).
Robin C. King verkoopt constructies voor benzinestations, wanneer hij het grote succes van de wasstraten in de Verenigde Staten opmerkt. Van daaruit verandert hij in 1949 van branche en richt hij een keten van wasfranchises op: King Car Wash.
In 1951 vinden de broers Archie, Dean en Eldon Anderson de sleutel tot het automatisch inzepen van voertuigen met behulp van sproeiers. Met die laatste stap in het wasproces van een auto in de tunnel hoefde men alleen nog maar te wachten tot de verschillende elementen gemoderniseerd zouden worden tot aan de dag van vandaag. Zachtere borstels, steeds beter afgestelde waterdruk, zeep aangepast aan de behoeften van de voertuigen, zijn enkele van de vorderingen van een industrie die meer dan 100 jaar geleden in Detroit begon.
