Anti-rookbeleid in economisch perspectief

door Robert Mouton, bestuursadviseur

Recensie van een onderzoekartikel over de kosteneffectiviteit van beleid gericht op beheersing van tabaksgebruik van adolescenten in 7 Europese landen.

Leao, Teresa, Perleman, Julian, Clancy Luke, et al, Economic Evaluation of Five Tobacco Control Policies Across Seven European Countries, Nicotine Tob. Res. 2020 Jul; 22(7): 1202 – 1209. Het artikel is te lezen op Pubmed.

Inleiding

Er zijn nog weinig economische onderzoeken gedaan op dit gebied en nog minder die de daadwerkelijke implementatiekosten van tabaksontmoedigingsbeleid in aanmerking nemen. Er is ook weinig vergelijkend onderzoek naar de kosteneffectiviteit van beleidsmaatregelen tussen landen. De onderzoekers bepaalden de kosteneffectiviteit van vijf beleidsmaatregelen gericht op rookgedrag: (1) buitenschoolse verboden, inclusief verkoopverboden aan minderjarigen, (2) rookverboden in publieke ruimtes, (3) verboden op reclame op de plek van verkoop, (4) rookvrije scholen en (5) voorlichtingscampagnes op scholen, allen uitgerold in steden in 2016 in Finland, Ierland, Nederland, België, Duitsland, Italië en Portugal.

Opzet

Het artikel heeft een klassieke opzet, met samenvatting, inleiding, een beschrijving van de methodiek, de beschrijving van de bepaling van de effectiviteit, een beschrijving van de analyse van de kosteneffectiviteit, de resultaten (in kosten en in effectiviteit), een uitgebreide discussie met de belangrijkste bevindingen, de interpretatie van de resultaten met een beschouwing over de sterkten en zwakten van het onderzoek en natuurlijk een conclusie. In het kader van deze bespreking wordt niet diep op al deze onderdelen ingegaan: dat doet afbreuk aan de nauwgezetheid waarmee de gevolgde methode in argumentatie, met een simulatieprogramma, statistiek en de bespreking van sterkten  en zwakten, is opgezet. Hier wordt slechts ingegaan op de discussie.

Belangrijkste bevindingen

De kosten van de beleidsmaatregelen variëren tussen de 93.556 euro (Ierland) en 569.918 euro (Italië)  per 100.000 inwoners, voornamelijk afhankelijk van de personele inzet. De effectiviteit op de lange termijn schatten de auteurs in tussen de 1200 gewonnen gezonde levensjaren per 100.000 inwoners voor rookverboden op school(terreinen) (Portugal) tot rond de 20.000 gewonnen gezonde levensjaren per 100.000 inwoners voor buitenschoolse verboden (Ierland).

Maatregelen zijn kosteneffectief wanneer het gewonnen gezonde levensjaar minder dan het bruto nationaal product per capita kost. Dit is een criterium dat de WHO hanteert. De kosteneffectiviteit van alle maatregelen komt ver boven dit criterium uit, hoewel er grote variatie is. Verboden kosten immers minder dan voorlichtingscampagnes. Ook zijn er mogelijk grote verschillen in de wijze van monitoring, bevolkingskenmerken, handhaving, verschillende beginwaarden (rookgedragverschillen), etc.

De auteurs waarschuwen dat sommige maatregelen niet effectief kunnen zijn: waar uitzonderingen worden gemaakt, niet consequent wordt gemonitord of gehandhaafd kunnen ze minder of niet kosteneffectief zijn, zeker als sprake is van een context waar roken gewoon is. Dan is het water naar de zee dragen. Aan de andere kant kunnen breed opgezette antirook-programma’s, gecombineerd met een significante stijging van kosten van tabak, waarschuwingen en ontwenningsmogelijkheden de kosteneffectiviteit verhogen.

In vergelijking met andere keuzen in de zorg, zo stellen de auteurs, is het vreemd dat er soms nog terughoudendheid is in sommige landen. Waarom een duur medicijn toelaten met lage kosteneffectiviteit en nalaten beleidsmaatregelen te nemen met hoge kosteneffectiviteit?

Over de gehanteerde methode zijn vijf opmerkingen door de auteurs geplaatst betreffende de keuzen die gemaakt moesten worden om data te verzamelen en te interpreteren. Ook merken ze op dat de besparingen in de gezondheidszorgkosten die gepaard gaan met het stoppen met roken niet zijn meegenomen.

Conclusie uit het artikel

Alle vijf beleidsmaatregelen in alle zeven landen zijn kosteneffectief. Grootschalige rookverboden scoorden het best in kosteneffectiviteit. Beleidsmakers moeten aangezet worden om preventiebeleid voor roken in te voeren.

Belang van dit artikel

In de public health – wereld is roken haast exemplarisch voor de functie en het nut van public health – beleid en dus ook van de professionals. Er zijn honderden artikelen die de inzet van preventie op het  gebied van roken afzetten tegen het nut in termen van gezondheid. De benadering in termen van economisch nut biedt daarbij een extra onderbouwing: preventieprogramma’s en verboden zijn blijkbaar ook in dat opzicht effectief. Het hanteren van de maatstaf die de WHO hanteert is daarbij behulpzaam. Wellicht dat door dit artikel en artikelen die volgen op het gebied van preventie er ook buiten de professionals en verantwoordelijke beleidsmakers steun ontstaat: bij economisch georiënteerde beleidsmakers.

Een belangrijk signaal moet echter ook gegeven worden in de vorm van een aantal vragen: hoe zwaar mag economische kosteneffectiviteit wegen en mag economische kosteneffectiviteit zelfs de doorslag vormen bij het maken van beslissingen? Zal dit niet alleen in de public health -, maar in de hele zorgwereld en ver daarbuiten niet nog een maatschappelijke discussie vergen?

Waardering in het kader van zorgvernieuwing

De auteurs deden een geslaagde poging om aan te tonen dat er sprake is van kosteneffectieve interventieprogramma’s gericht op het rookgedrag van adolescenten. Het hanteren van de maatstaf van de WHO is daarbij cruciaal. Het onderzoek is breed opgezet, methodologisch verantwoord en met duidelijke en vrijwel eenduidige resultaten. Die resultaten ondersteunen belangrijke public healthbeleid en -doelstellingen. Dit zou kunnen betekenen dat dit soort onderzoek vaker plaats moet vinden, maar een vraag is dan op zijn plaats: moet dan niet (tevoren) duidelijk zijn welke betekenis er aan wordt gegeven?

Het is een relatief nieuwe benadering van het anti-rookbeleid met duidelijke resultaten die van belang zijn voor gevoerd en te voeren beleid. De mogelijke ondersteuning van de gevolgde methodiek voor ander public health beleid neem ik ook in ogenschouw. Ik waardeer het daarom als onderzoekartikel met 4 van de 5 sterren. 

Bron: www.guusschrijvers.nl